‘Tracker’ is nu ruim twee maanden beschikbaar. Tijd voor een kleine review. Bewust niet eerder, over een nieuw speeltje ben je over het algemeen altijd enthousiast. Na wat langere tijd is dat effect iets minder. En als je dan nog steeds zo enthousiast bent als in het begin zegt dat ook genoeg.
Wat mij het eerste opviel aan ‘Beryl’, en later ook aan ‘Tracker’ is de algehele productie en de ‘sound’. Die is duidelijk anders dan z’n voorgangers. Verfrissend en nieuw. Soms is het subtiel, maar dat kan net het verschil maken. Productie en geluid staan op een zeer hoog niveau. We verwachten het eigenlijk niet anders van Mark Knopfler.
En daar houdt de vernieuwing voor mij dan ook op. De songs op het album zelf zijn eigenlijk een logische evolutie van de voorgaande albums. De Nashville-sound heeft al langer geleden plaatsgemaakt voor de folk-invloeden. En die zijn meer en meer te horen. Persoonlijk vindt ik dat jammer. Mark had van mij wel weer eens een echt vernieuwend album mogen maken. En dat komt ook wel dat ik zelf niet zo’n folk-liefhebber ben. De meeste nummers die meer folk-georienteerd zijn skip ik dan ook vaker door. Niet omdat ze slecht zijn, maar het is gewoon niet zo mijn smaak.
Bij veel nummers heb ik ook het idee dat het een beetje voortkabbelt, soms wat ongeinspireerd en verveeld. Het is gladjes, eigenlijk niets op aan te merken. Maar op het op moment dat een nummer wat meer ‘spannend’ kan worden gaat het niet verder, of kabbelt het rustig door. Jammer. Want sommige nummers lenen zich prima voor ‘meer’. Zie ook ‘Hillfarmers Blues’, de studiouitvoering is niet onaardig, maar live wordt het pas een goede song. ‘Broken bones’ bijvoorbeeld, dat nummer vraagt om wat (korte/subtiele) solos. Past ook prima bij het nummer. Maar helaas. Jammer dat hij het live ook niet doet. ‘Terminal of tribute to’ is in mijn ogen eigenlijk het enige nummer dat niet voortkabbelt. Solo’s, tempowisselingen. Zit er allemaal in. Dat nummer is dan ook een van mijn meest favoriete nummers van het album.
En voor de rest zijn er niet echt nummers die er torenhoog bovenuit springen. Bij het begin van ‘Oklahoma Ponies’ dacht ik wel ‘yes, dit kan dus ook nog’. Maar dat komen er weer wat ‘folkies’ door…had het liever met gitaar gehoord!
Dat het album met (in mijn ogen) dit soort nummers aardig gevuld is is natuurlijk ook niet nieuw. Die lijn is de afgelopen jaren al ingezet. In feite speelt Mark continue op ‘safe’. Zoekt nergens de grenzen op, blijft op het vertrouwde pad. Bij de optredens zie je het ook, relatief weinig variatie in de setlist. En vanuit zijn perspectief kan ik hem geen ongelijk geven. Albums verkopen nog steeds als zoete broodjes, concerten idem dito. Waarom zou je het dan over een andere boeg gooien? Maar ik denk dat hij ook goed scoort als hij eens iets compleet anders doet. De capaciteiten heeft hij ervoor, dat heeft hij sinds 1978 al meerdere keren dubbel en dwars bewezen. Of het gebeurd? Ik betwijfel het.
Terug naar Tracker: het album luister ik niet zo vaak meer. Af en toe nog nummers als ‘Beryl’, ‘Terminal of tribute to’ en ‘Broken bones’. En verder blijft het een kwestie van smaak. En dat is van persoon tot persoon verschillend. Gelukkig ook maar, anders zou het wel een hele saaie wereld worden!